A Story by Liesbeth Bik
Arm and hand
Never before in my life have I become so aware of this part of my body as I am now. The arm, eventually ending in the hand. Shortly after I received A Personal Gesture from Anne, I broke my wrist. A stupid fall. Of course. Why? Well, finally in June 2021, we could go to art again, to museums, theatres, concerts. My hands itched. After the gym and the brothel, art was now allowed to open its door again. Fortunately! After another appointment in Amsterdam, I hurried to de Appel, then wanted to go to Eye quickly. In my haste to find the entrance to de Appel, I tripped over a paving stone. I fell. On my hand, which absorbed the blow. No pain, just a bit swollen. Having seen both exhibitions, I dropped in at the doctor's post at the central station: give me a hand, said the nurse. I held it out without hesitation. That went okay. She thought it was a bruise, so I had to wait and see. A few days later, I ended up at the hospital via the doctor. Where everyone suddenly treated me very carefully, after that first photo. Bad fracture, a nurse said. A bit later, my hand was pulled apart with what they called Chinese fingers. Then plaster. Beautiful red.

Meanwhile, A Personal Gesture lay on a cushion in my studio. An arm with a hand on it. Surprisingly light; the material looks heavy like marble but feels different. Remarkable. Suddenly, the arm with the hand took on a different meaning. I felt a kinship with this arm that I had not felt before, even though I had held it firmly and carefully when it was handed over. It was not allowed to fall. Now we were both handicapped, the sculpture and I. Literally. Both 'in repair'. Finished, a completed process for the Pietà, in process for me, but both never the same again. A Personal Gesture filled the space, the lacuna, the loss of what was before, and suddenly different. A Personal Gesture was meant for me. Fell into place. Unmistakably. Never before had I been so aware of the hand. My hand. The 'end of the arm'.
The body is a miracle. Gradually, I became more and more dexterous: skilled, proficient. Everything is getting easier and easier to handle. Hand-ling. My left hand took over the functions of my right hand, albeit with some difficulty at first, but steadily improving. Writing became easier. And, until I was ready, I shouted my emails and texts to my computer which willingly typed them out. Handy.
The scope of the hand appears to be enormous. Hand. What a vessel full of origins and affinities! What connotations! A grip. And a warning disclaimer: hand is in Hebrew 'to steal'. To withhold; to push back; to rob; to change hands; to trade; to claw; to plunder; to rip; to snatch; and so on. Google is my accomplice in this account.
So: arm. Hand. Hand over. Shake hands. Handicap. Unhanded. Handy. Unhandy, too. Shaking hands. Agile. Washing hands with innocence. Taking hands away. Bat of an eye. Reaching out. Handler. Handclap. Upholding.
Handy, comes from hantag, or handugs, also 'wise', 'sharp, pointed', and related to hannarr, 'artful, sensible'. Formed by the hand: what happens with the hands, handy, suitable, having a handy hand. Action? Legally competent? Until well into the 1950s, women were not supposed to be so. Their signature had zero value. They were not allowed to do any transactions. No transfer, handing over, carrying over (only in the legal and economic sense, their handiwork was useful). Here hand is directly related to 'spirit', 'reason', which a woman was not supposed to possess.
Hand is also related, via the Greek 'cheir', to 'grab'. To grasp (be-grasping?) something, by the help or intervention of someone, through someone. This is where faith, religion, come into play. Applied to God, as a symbol of his power, activity, strength, in the creation of the universe, in maintaining and preserving (as in: God is present to protect and help someone), in punishing, in determining and controlling the fate of people.
In Dutch, the verb ‘onthanden’ was known, which meant: to take something out of someone's hands, to take something away from someone. Now only the past participle ‘onthand’ remains of this verb, which is best represented by ‘ontriefd’.
So, someone ‘onthanden’ means: to take away someone's hand, and he who has been deprived of hands is therefore hindered in his actions. In other words, he no longer has a hand for his convenience, benefit, service, and is thus afflicted. After all, to be afflicted is to deprive someone of what serves his enjoyment or convenience.
There is also a link to politics, to power, to law. To enforce. To cover one’s back. To tear hair out. Two hands in one glove. To have something to fall back on. To promote. To control. To get hold. To bend something to one's will. Charter. With a firm hand. ‘To use hands, to rule’, ‘to handle’, ‘to hand over’. I'll turn your hand over in a jiffy. To hold the purse strings. Overplaying his hand. To grasp the hands is akin to arresting, seizing, grabbing hands, holding.
To deprive. To remember. To take away. Deprived, eviscerated. What we experience when we can no longer, or never may, do something. Can an original (such as the Pietà sculpture) be wholly or partially replaced by a copy? Is a real touch, a helping hand, replaceable by a placebo, a stand-in? Can what is broken be repaired?
What is broken will never be the same again, the orthopedist told me at every visit.
What does that mean for a work of art?
©Liesbeth Bik, 2021
Lees de bijdrage van Liesbeth Bik in het Nederlands.
Arm en hand
Nooit eerder in mijn leven ben ik mij zo bewust geworden van dit deel van mijn lichaam als nu. De arm, uiteindelijk eindigend in de hand. Even nadat ik A Personal Gesture van Anne in ontvangst nam, brak ik mijn pols. Een domme val. Natuurlijk. Hoezo? Wel, eindelijk konden we in juni 2021 weer naar kunst, naar musea, theaters, concerten. Mijn handen jeukten. Na de sportschool en het bordeel mocht nu ook de kunst weer open. Gelukkig! Ik haastte mij na een andere afspraak in Amsterdam naar de Appel, wilde daarna nog even snel naar Eye gaan. In mijn haast de ingang van de Appel te vinden struikelde ik over een stoeptegel. Ik viel. Op mijn hand, die de klap opving. Geen pijn, wel beetje dik. Beide tentoonstellingen wel gezien en op het Centraal Station even binnengewipt bij de dokterspost: geef me eens een hand, zei de verpleegster. Zonder aarzelen stak ik hem uit. Dat ging. Gekneusd dacht ze, even aanzien. Een paar dagen later toch via de dokter bij het ziekenhuis beland. Waar iedereen me plotseling heel omzichtig behandelde, na die eerste foto. Naar fractuurtje, zei een verpleegster. Even later werd mijn hand met wat ze Chinese vingertjes noemden, uit elkaar getrokken. Dan gips. Mooi rood.
Intussen lag A Personal Gesture op een kussen in mijn studio. Een arm met een hand eraan. Verrassend licht; het materiaal oogt zwaar als marmer maar voelt anders. Opmerkelijk. Plotseling kreeg die arm met een hand eraan een andere betekenis. Ik voelde een verwantschap met deze arm die ik niet eerder gevoeld had, ook al had ik die arm bij het overhandigen stevig en met zorg vastgehouden. Die mocht niet vallen. Samen waren we nu beiden gehandicapt, het beeld en ik. Letterlijk. Beiden ‘in reparatie’. Klaar, een afgerond proces voor de Pietà, in proces voor mij, maar beiden nooit meer hetzelfde. A Personal Gesture vulde de ruimte, de lacune, het gemis van wat eerst zo was, en plotseling anders. A Personal Gesture was voor mij bedoeld. Viel op zijn plaats. Onmiskenbaar. Nooit eerder was ik mij zo bewust van de hand. Mijn hand. Het ‘uiteinde van de arm’.
Het lichaam is een wonder. Gaandeweg werd ik steeds handiger: vaardiger, bedreven. Alles wordt steeds gemakkelijker gemakkelijk te hanteren. Handteren. Mijn linkerhand nam, zij het eerst met enige moeite, maar hand over hand steeds beter, de functies over van mijn rechter. Schrijven ging steeds handiger. En, totdat ik zover was, schreeuwde ik mijn emails en teksten naar mijn computer die ze gewillig uittikte. Handig.
De reikwijdte van de hand blijkt enorm. Hand. Wat een vat vol herkomsten en affiniteiten! Wat een connotaties! Een greep. En een disclaimer ter waarschuwing: hand is in het Hebreeuws ‘jatten’. Achterhouden; achteroverdrukken; gappen; van eigenaar verwisselen; handelen; klauwen; pikken; rippen; snaaien; enzovoorts. Google is mijn handlanger in dit relaas.
Dus: arm. Hand. Overhandigen. Handen schudden. Handicap. Onthand. Handig. Onhandig, ook. Een hand geven. Behendig. De handen in onschuld wassen. De handen ervan aftrekken. Handomdraai. De hand reiken. Handlanger. Handjeklap. Handhaven.
Handig, komt van hantag, of handugs, ook wel ‘wijs’, ‘scherp, spits’, en verwant met hannarr, ‘kunstvaardig, verstandig’. Door de hand gevormd: wat met de handen gebeurt, handig, geschikt, een handige hand hebbend. Handeling? Handelingsbekwaam? Tot ver in de jaren ‘50 van de vorige eeuw waren vrouwen niet geacht dat te zijn. Hun handtekening had nul waarde. Mochten geen transacties doen. Geen overdracht, overdragen, overhandigen (uitsluitend in de legale en economische zin dan, hun handwerk had wel nut). Hier staat hand direct in relatie met ‘geest’, ‘verstand’, dat een vrouw niet geacht werd te bezitten.
Hand is ook verwant, via het Griekse ‘cheir’, met ‘grijper’. Iets pakken (be-grijpen?), door de hulp of tussenkomst van iemand, door middel van iemand. Hier komt het geloof, religie, in het spel. Toegepast op God, als symbool voor zijn macht, activiteit, kracht, bij het scheppen van het heelal, in het handhaven en bewaren (als in: God is aanwezig om iemand te beschermen en te helpen), in het straffen, in het bepalen en controleren van het lot van de mensen.
Men kende in het Nederlands het werkwoord·onthanden, dat betekende: iemand iets uit handen nemen, iemand iets afnemen. Van dit werkwoord is nu alleen nog het voltooide deelwoord onthand over, dat het beste kan worden weergegeven door ontriefd.
Iemand onthanden betekent dus: iemand de hand afnemen en hij die onthand is, heeft geen hand meer en is daardoor belemmerd in zijn·handelingen. Hij heeft, met andere woorden, geen hand meer tot zijn gerief, voordeel, dienst en is dus ontriefd. Ontrieven immers is: iemand ontnemen wat tot zijn genot of gemak strekt.
Er is ook een link naar de politiek, naar macht, naar wet. Handhaven. Iemand de hand boven het hoofd houden. Met de handen in het haar zitten. Twee handen op een buik. Achter de hand hebben. In de hand werken. Ergens de hand in hebben. De hand op leggen. Iets naar zijn hand zetten. Handvest. Met harde hand. ‘De handen gebruiken, regeren’, ‘gehenden’, ‘overhandigen’. Ik draai jou de hand om, in een handomdraai. De hand op de knip houden. Zijn hand overspelen. De handen pakken is verwant aan arresteren, pakken, de handen·grijpen, vasthouden.
Onthanden. Onthouden. Afpakken. Onthand, ontdaan. Wat we ervaren als we iets niet langer, of helemaal nooit, kunnen of mogen. Kan een origineel (zoals het beeld de Pietà) geheel of gedeeltelijk vervangen worden door een kopie? Is een werkelijke aanraking, een handreiking, vervangbaar door een placebo, een stand-in? Kan wat kapot is worden gerepareerd?
Wat gebroken is wordt nooit meer als voorheen, hield de orthopeed mij bij ieder bezoek voor.
Wat betekent dat voor een kunstwerk?
©Liesbeth Bik, 2021